Interview met de ontwerper van Het Natuureiland
Vorige week verscheen in het clubblad van Toen Proat (tuinclub in Zuidhorn) een interview met Leo Dop, ontwerper van het Natuureiland en medewerker van gemeente Zuidhorn. Interviewer was Jess Ludwig, redactie Toen Proat.
Eind april schreef de Streekkrant over het Natuureiland dat bij de Oostergast in Zuidhorn in ontwikkeling is. Reden voor de redactie van Toen Proat om eens op onderzoek uit te gaan.
Grote man achter het Natuureiland is de ontwerper Leo Dop. Hij werkt bij de gemeente Zuidhorn bij de afdeling groen van Openbare werken. De afdeling draagt de zorg voor al het openbaar groen. Zelf spreken ze van bedenkers, bepalers en beheerders. Ze vormen een hecht team en delen onmiskenbaar een groot enthousiasme bij ieders eigen expertise. Dhr. Tiemen Baar houdt zich bezig met alles op het gebied van sportaccommodaties in de open lucht en Leo Dop concentreert zich op het overige openbare groen. Dat is nogal wat, van bermen tot parken en alles wat er tussen zit. Op het mudvol geschreven planbord in hun werkkamer staan alle aandachtspunten van dit moment. Iedereen die nu nog steeds denkt dat ambtenaren niet hard werken zou eens moeten kijken naar dit bord.
Leo Dop is geboren in Midwolde, bij Leek. Aanvankelijk wilde hij boswachter worden. Bij AOC Terra leerde hij voor hovenier, maar hij vervolgde zijn studie bij Larenstein. Hij heeft in heel wat buitenlanden gewerkt voor hij bij de gemeente Zuidhorn kwam. Het is meteen merkbaar dat hij een bevlogen vakman is en klaarblijkelijk een heel creatief ontwerper.
Leo benadrukt dat hun hart ligt bij ecologisch verantwoord groen beheer en bij samenspraak met de bewoners. Als voorbeeld noemt hij de straat Het Noorderlicht in Zuidhorn. Om recht te doen aan de naam van de straat is er in overleg met de bewoners gekozen voor 6 soorten bomen in diverse kleuren. In de groenstroken tussen straat en tuinen zijn de bomen alternerend geplant, wat een levendig effect geeft. Het Noorderlicht staat immers voor veelkleurigheid en diversiteit.
Hij legt uit dat je op veel meer plaatsen bomen kunt laten groeien dan je zou denken. Wat je nodig hebt is kennis van de boom, je boerenverstand gebruiken, lef en humor en gewoon proberen. Zo heeft de tamelijk nauwe stenen Nieuwstraat boombeplanting gekregen, ook de kastanje in de Hoofdstraat kreeg een veelbelovende toekomst. Onder de straat creëert men veel ruimte voor wortels. Het plantgat wordt gevuld met een mengsel van beendermeel, voedingstoffen en lava. De lava verkruimelt langzaam en in de ontstane holtes krijgen wortels ruimte. De beluchting ervan gebeurt met een systeem van onderling verbonden buizen waarin de tocht zorgt voor verversing van de lucht.
Namens de bewoners heeft de gemeenteraad van het groenbeheer een speerpunt gemaakt. De winst voor de leefbaarheid, de gezondheid en het woongenot, speelmogelijkheden voor kinderen en jongeren, iedereen is ervan overtuigd dat dit goed is. Veel meer dan vroeger werkt men aan assortimentsverbetering; meer vaste planten in plaats van “gemakkelijke” heesters en gras. Natuurlijk speelt de toegenomen welvaart er ook een positieve rol in, maar er zijn ook onvermoede winsten te noteren. Frank Meesters bijv. blijkt zijn inkoop aan te moeten passen aan de bloei van de planten op de rotonde, want dat geeft een toenemende vraag.
Leo vindt het sparren met de bewoners bij buurtrenovatie heel inspirerend. Met een zekere gulzigheid neemt hij ervaringen, positieve en negatieve, mee naar nieuwe ontwerpen.